Inleiding





Welkom op de site van over Rivier gemaakt tijdens de projectweek. Op deze site kan je allerlei informatie vinden over rivieren, van overstromingen tot recreatie.
Veel plezier met kijken!














Door Koen,Tom,Stef en Kiran

Hoe ontstaan rivieren?

Een rivier ontstaat bovenin een berg. Doordat er water verdampt van de zee enz. ontstaan er wolken. Het water dat de wolken bezitten slaat neer boven op de berg. Omdat het daar zo koud is veranderd het water in sneeuw.

De sneeuw boven op de berg glijdt door de zwaartekracht naar beneden en vormt een gletsjer. De sneeuw van de gletsjer smelt op een gegeven moment als het een warmer punt bereikt. De sneeuw veranderd dan in water. Het water dat ontstaat vormt een rivier. De rivier stroomt naar beneden vanaf de berg en mondt uiteindelijk uit in zee, de delta.

Rivieren spelen ook een rol in erosie en sedimentatie. Stukken steen brokkelen af boven in de berg door planten, water, ijs enz.(verwering). Die stenen komen terecht in de rivier.
Die stenen verslijten door de snelheid van rivier en doordat ze tegen elkaar aan schuren, ze veranderen in kleinere en ronden stenen en uiteindelijk in klei, zand enz. Dat heet erosie.
Naarmate het klei en het zand vlakkere gebieden bereikt, waar de stromingsnelheid stukke minder is, ‘plakt’ als het ware de klei en het zand vast aan de randen van de rivier.
Dat heet sedimentatie.

Rivieren spelen ook een belangrijke rol voor waterwinning, religie enz.













de Amazone rivier

Rivieren in Nederland

Door ons land stromen enkele grote rivieren. De bekendste rivieren zijn wel de Rijn, de Schelde, de Waal en de Maas. De rivier de Maas behoort, met zijn lengte van 925 kilometer, tot een van de belangrijkste rivieren van Europa. Ze ontspringt in Frankrijk en stroomt vervolgens door België en Nederland waar ze vervolgens in de Noordzee uitmondt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Rijn, is de Maas een echte regenrivier. Dit wel zeggen dat ze gevoed wordt met regenwater, nergens in buurt liggen hoge bergen met gletsjers. De waterstand wordt dus niet beïnvloed door smeltwater uit de bergen, maar in hoofdzaak door de hoeveelheid regen welke er gevallen is.

Overstromingen

Je kent natuurlijk wel de Watersnoodramp uit 1953. Maar wij houden het over overstromingen door de grote rivieren.
Langs de grote rivieren braken ook dijken door. Tussen 1750 en 1800 gebeurde dit meer dan 150 keer. Toen besloten ze het 'Bureau voor den waterstaat' ( Nu Rijkwaterstaat) op te richtten. Na deze gebeurtenis nam het aantal overstromingen door rivieren snel af. Sinds het einde van de achttiende eeuw hadden de grote rivieren acht keer te maken met hoge waterstanden. Zes keer leidde dat tot grote dijkdoorbraken en overstromingen.
Hier zijn die 6 overstromingen
1781-Wamel en Dreumel
1784-Ooijpolder
1799-Waal (rivier)
1805-Weurt
1861-Bommelerwaard
1926-Maasdijk

In 1993 zorgde hoogwater op verschillende plaatsen langs de rivieren voor veel overlast, maar toch braken er geen dijken door. In 1995 kwam het water weer heel erg hoog, zo hoog dat het de hoogste stand sinds 1926. Omdat men twijfelde aan de betrouwbaarheid van de dijken, werden in één week tijd ongeveer 250.000 mensen geëvacueerd, ook de complete veestapels van de boeren in het gebied. Toen na enige dagen het water daalde en er geen dijken bezweken waren kon men weer terugkeren naar hun huizen.

Rivierdelta's

Een rivierdelta is een stelsel van aftakkingen van een rivier waarna deze in zee of in een groot meer uitmonden. De naam ‘delta’ is gekozen omdat een rivierdelta er op de kaart een beetje uitziet als een driehoek en omdat er in het Grieks de letter ‘d’(delta) er uit ziet als een driehoek. De rivierdelta’s(een van der bekendste) van de Nijl zien er in het bijzonder uit als een driehoek.
Delta’s zijn erg vruchtbaar en vaak ook erg dichtbevolkt. Hun ligging aan zee maakt ze kwetsbaar voor overstromingen. Vaak is ook de natuurwaarde van een delta hoog.
Delta’s ontstaan meestal doordat een grote rivier uitmondt in een (bijna) getijdeloze zee, zoals de Middellandse- of de Zwarte Zee. Dit soort delta's noemen we rivier gedomineerde-. Als een rivier in een zee uitmondt waar een sterke getijden werking heerst, noemen we dit een getijden gedomineerde delta. In het geval dat een rivier uitmondt in een zee met sterke golven en een sterke kuststroming, heet dit een golfgedomineerde delta. Getijden- en golf gedomineerde delta’s hebben echter niet echt de vorm van een driehoek.


Nederland heeft één delta, die wordt gevormd door de mondingen van drie rivieren: de Rijn, de Maas en de Schelde. (Eigenlijk zou je Zeeland kunnen beschouwen als één grote delta.) Voorbeelden van andere grote delta's in Europa zijn: die van de Donau, de Rhône (de Camargue), de Wolga en de Po; die belangrijke natuurgebieden zijn. Voorbeelden van kleinere- zijn: die van de Weichsel en de Nemunas.
In Azië zijn er de dichtbevolkte rivierdelta's van de Ganges met de Brahmaputra, die van de Mekong en de Lena.

In Afrika zijn de grootste delta’s: die van de Nijl en de Niger. In Zuid-Amerika: die van de Amazone en de Orinoco, en in Noord-Amerika die van de Mississippi.

een rivierdelta

Binnendelta's

Normaalgesproken mondt een rivier uit in zee, maar op veel plaatsen op de aarde stroomt de rivier uit in een meer of eindigt de rivier in de woestijn. Dit soort delta’s noemt men een binnendelta.
Voorbeelden van binnendelta's zijn:
· De rivier de Okavango in Botswana, die uitmondt in de Kalahariwoestijn.
· De Jordaan, die als grensrivier stroomt tussen Israël en de Jordaanoever aan de west kant en de Golanhoogvlakte en Jordanië aan de oost kant die uitmondt in de Dode Zee.
· De Helmand in Iran en Afghanistan, die uitmondt in de Goud-e-Zereh.
· De Dulce in Argentinië, die uitmondt in de Mar Chiquita.

Al deze meren zijn zout. Als er geen meer is, dan is er een zoutvlakte. Dat komt doordat de meren als instroom rivierwater hebben, waar altijd een beetje zout in zit. Door de warmte verdampt het water, maar het zout niet. Zo worden de meren steeds zouter. Als zo’n soort meer opdroogt blijft er een levenloze zoutvlakte over. Een bekend voorbeeld van een zoutvlakte is de Great Salt Lake in de staat Utah in de V.S.



De Great Salt Lake

Watervallen

Een van de beroemdste watervallen ter wereld is de Niagara in Noord-Amerika. De waterval ligt deels op Amerikaans, deels op Canadees grondgebied.
Met groot geweld heeft de waterval een diep dal of een kloof uitgeslepen. De Niagara waterval treedt met meer dan meter per jaar terug. Als men de natuur zijn gang laat gaan, slijpt de waterval binnen een mensenleven een dal uit ter grootte van een voetbalveld.
De Niagara wordt gebruikt voor het opwekken van hydro-elektrische energie. Het water van de rivier dat met hoge snelheid naar beneden stort wordt door enorme buizen naar de krachtcentrale geleid.
Het vallende water brengt een rad in beweging dat turbines op gang brengt. Deze turbines genereren elektriciteit.

Meanders


Een meander is een lus in de loop van een natuurlijke waterloop beek, rivier of zeestroming.

De lussen ontstaan bij rivieren of beken doordat het water in de buitenbocht het snel stroomt en in de binnenbocht stroomt het water langzamer, grond wordt weggespoeld in de buitenbocht en in de binnenbocht wordt er juist grond neergelegd. De oever waar de grond wordt geërodeerd noemt men de stootoever, de oever waar materiaal wordt neergelegd noemt men de glijoever.
Door deze werking van het water worden de bochten steeds wijder, totdat de bocht zichzelf afnijdt. Wanneer dit gebeurt wordt de meander zelf een 'dood' stuk van de rivier en stroomt het water niet meer door de lus maar door het punt waar de rivier zichzelf afsneed. Het dode stuk heeft vaak vorm van een hoefijzer daarom noemt men zoiets een hoefijzermeer.
Deze lussen zijn vernoemt naar de rivier de 'Meander' in Turkije

Oplossingen en Gevolgen

Oplossingen

Om een overstroming te voorkomen is het van belang dat ze de dijken goed onderhouden, dit doen ze door de dijken regelmatig te controleren en te versterken.
Om overstromingen te voorkomen hebben ze bepaalde gebieden die in Nederland bij hoogwater mogen overstromen. Deze gebieden noemt men noodoverloopgebieden omdat ze in gevallen van nood mogen overstromen.
Maar die in de zomer worden gebruikt om de koeien te laten grazen of om het land te verbouwen, er zijn eerst kleine dijken zodat het in de zomer niet overstroomt en net buiten het noodoverloopgebied heb je grotere dijken om de belangrijkere gebieden te beschermen zodat dat land niet overstroomt

Noodoverloopgebied

Een noodoverloopgebied is een gebied waar het water bij een ongecontroleerde overstroming op een onvoorspelbare tijd en plaats wordt opgevangen, dus bij hoogwater wordt dit gebied gebruikt om, tijdelijk, onder water te laten lopen en hiermee te verkomen dat een veel groter gebied overstroomt. Het rivierengebied in Nederland heeft in de afgelopen jaren twee keer te maken gehad met extreem hoogwater. In 1993, maar vooral in 1995, stond het water zo hoog dat voor een dijkdoorbraak gevreesd werd. Uiteindelijk hebben de dijken het gehouden maar de gebeurtenissen waren wel aanleiding tot het zoeken naar oplossingen die Nederland beter beschermen tegen hoogwater.

Gevolgen

De gevolgen van een overstroming of ramp kunnen verschillen van veel doden tot het wegspoelen van een groot stuk land. Daarom proberen ze dit risico zo vele mogelijk te beperken door Dijken te versterken en Noodoverloopgebieden te maken.